Leeftijd:
– Oudste kleuters ( 2e kleuter)
Speluitleg:
De kleuters stellen een vraag over een bepaald kenmerk van de clown. Afhankelijk van het antwoord draait men de juiste kaartjes om. Dit gaat zo verder tot men kan raden welke clown men zoekt.
Bv: draagt hij een bril? nee, dan draait men al de kaartjes om van clownen met een bril
De kaartjes zijn ook geschikt om er clownmemorie mee te spelen ( 3e kleuter).
Differentiatiemogelijkheden:
– meer of minder kaartjes
– werken met bepaalde kenmerken ( bv enkel met bolhoeden)
– klassikaal of zelfstandig
Inhoud:
– 1 roosterkaart
– 32 grote kaartjes
– 32 kleine kaartjes
– opdrachtfiche: foto, speluitleg, doelen ( katholiek onderwijs) , differentiatiemogelijkheden en eventuele instructies
Ontwikkelingsdomein:
– taal: mondelinge boodschap overbrengen